U bevindt zich hier:
Manier van vergoeden |
2010 |
2011 |
2012 |
Onbetaald vrijwilliger |
7.435,20 |
43.783,50 |
41.315,40 |
Stagiair (onbetaald) |
26.542,70 |
15.424,50 |
3.747,00 |
Onbekend |
367.120,30 |
447.805,90 |
0,00 |
Kleinevergoedingsregeling |
1.403.315,70 |
1.475.124,50 |
1.590.021,50 |
Betaald vrijwilliger |
1.420.199,60 |
1.330.900,40 |
1.486.561,40 |
Derde betaler |
2.526.368,70 |
1.793.998,70 |
3.007.459,70 |
Interim |
3.208.847,90 |
2.676.062,60 |
2.813.514,00 |
Zelfstandig |
24.287.072,40 |
25.045.505,90 |
25.618.695,30 |
Loondienst |
85.548.654,51 |
89.742.126,10 |
95.969.886,00 |
Totaal |
118.795.557,01 |
122.570.732,10 |
130.531.200,30 |
Verschillende manieren van vergoeden
De lonen en andere vergoedingen aan medewerkers kunnen we op basis van twee kenmerken groeperen: per functie of per manier van vergoeden. De bedragen zeggen iets over het relatieve gewicht van elk van de manieren van vergoeden in de totale kost voor medewerkers, maar dat zegt niets over hoeveel mensen daarvoor aan de slag waren. Het gaat om absolute cijfers, maar er waren niet elk jaar even veel organisaties. Daarom kunnen we hier geen evoluties van absolute cijfers uit afleiden.
Aan de rij ‘onbekend’ ziet u dat de datakwaliteit stilaan verbetert – hoewel ze nog altijd foutgevoelig blijft. In die rij gaat het over medewerkers van wie we wel de naam kennen, soms de functie, maar niet het statuut en dus de manier waarop ze vergoed werden.
In de tabel ziet u de gerapporteerde lonen en vergoedingen van 276 (2010), 271 (2011) en 272 rapporterende organisaties (2012). Er waren in 2010 en 2011 telkens 277 meerjarig gesubsidieerde organisaties. In 2012 nog 275.
In de grafiek ziet u het relatieve aandeel van de kost van de verschillende manieren van vergoeden per jaar. Theoretisch kunt u evoluties zien, maar uit het overzicht blijkt vooral een grote continuïteit in de verhoudingen.